Lenie Binicewicz-de Ridder (65). Weduwe, 2 kinderen. Geboren “op Havendorp”. “Een gezellige buurt met noodwoningen, waar veel mensen van Molukse afkomst woonden.”
“We zijn wel tien keer verhuisd. Allemaal in de binnenstad, waarvan drie keer in de Noordstraat. Begin jaren zestig stonden er alleen maar afbraakpanden in Vlissingen hè.”
“Daarom wilde m’n moeder steeds weg. Heel kort ook in de Ridderspoorlaan gewoond. Daar waren nieuwbouwhuizen. Maar dat vonden we niks. Véél te ver van het centrum.”
“Zelf ben ik niet zo’n verhuizer hoor. Ik woon al 36 jaar in de Bouwen Ewoutstraat. Toen had je toch nooit kunnen denken dat die nu een smeltkroes van allerlei culturen is?”
“Ik heb met iedereen contact. Polen, Marokkanen, Turken, Syriërs. De warmte ook van de mensen die met een maaltijd op de stoep stonden toen mijn man was overleden.”
“O ja, mijn hart en ziel liggen hier. Ik adem Vlissingen in. Ik loop elke dag m’n rondje over de boulevard en de groene boulevard. Gewéldig toch dat dat hier zomaar kan?”
“Natuurlijk heb ik ook kritiek. Zo erger ik me aan die witte tegels op het Scheldeplein. Die leg je op een tuinterras. Je mening geven mag toch? Ik hóu van Vlissingen. Daarom.”