Artikel PZC 11 september 2025

Zeemansvrouwen stonden thuis aan het roer: ‘We waren zelfstandiger dan de meeste vrouwen’

Zeven jaar na het grote succes van haar film over de Vlissingse groenteboer Trimpe presenteert Helge Prinsen een nieuwe documentaire: Zeemansvrouwen. Prinsen, zelf de dochter van een zeeman, worstelde jaren om de film te maken. Toch móest deze er komen.

Rolf Bosboom
11 september 2025, 

Hun mannen waren maandenlang op zee, waardoor hun echtgenotes er een groot deel van de tijd alleen voorstonden. Wat dat betekende, vertellen Ans de Visser, Klazien Daniels en Liesbeth Nijhuis – tussen de 86 en 94 jaar oud – openhartig en aanstekelijk in Zeemansvrouwen, een soort vrijheid. „Je moest alles zelf doen”, zeggen zij. „We waren zelfstandiger dan de meeste vrouwen.” Communicatie verliep moeizaam via brieven, die naar havenplaatsen over de hele wereld werden gestuurd.

Helge Prinsen kent die wereld van binnenuit. „Ik ben opgegroeid aan de zee”, zegt de Vlissingse. „Ik zag de schepen elke dag voorbijkomen. Mijn vader voer, net als zijn schoonvader. Mijn oma woonde in hetzelfde pand als mijn moeder en ik. Het was een matriarchaat, want die mannen waren er nooit. Ook de vriendinnen van mijn moeder waren zeemansvrouwen. Die noemden we allemaal tante.”

Als kind was dat de wereld voor haar. „Ik heb een heel fijne jeugd gehad, ik kon altijd doen waar ik zin in had. Pas later ben ik daar meer over gaan nadenken. Het feminisme begreep ik nooit, omdat ik niet beter wist dan dat vrouwen alles deden en het voor het zeggen hadden. Pas later zag ik dat dat niet vanzelfsprekend was. En nu ook niet. De maatschappij is nog altijd heel erg op mannen geënt.”

Haar film Van verlies kun je niet betalen (2018), over de Vlissingse groenteboer Adrie Trimpe, werd een ongekend succes. Wereldwijd zelfs. Kort daarna begon Prinsen met wat uiteindelijk Zeemansvrouwen is geworden. „Ik wilde altijd al iets doen met de koopvaardij, omdat dat fenomeen zo onbekend is, raar genoeg. Hoewel we altijd een zeevarende natie zijn geweest, hebben mensen buiten de havenplaatsen geen idee wat koopvaardij inhoudt, terwijl we daar wel rijk mee zijn geworden.”

De positie van zeemansvrouwen is tot nu toe helemaal onderbelicht gebleven. In 2019 begon Prinsen daarom met het filmen van haar moeder, gevolgd door twee andere vrouwen. Tijdens de coronaperiode kwam alles stil te liggen nadat haar moeder overleed. „Uiteindelijk heb ik de stekker uit het project getrokken, omdat het te veel op me drukte. De opluchting die ik daarna voelde, duurde maar even, want het gaat toch aan je knagen. Als ik in de stad een zeemansvrouw van 85-plus zag, dacht ik: wat jammer dat ik ermee ben gestopt, want nu kan het nog.”

De interesse van het Maritiem Museum in Rotterdam trok haar over de streep om de film weer op te pakken. Ze verzamelde voldoende budget en vond een derde zeemansvrouw om te portretteren. „Iemand raadde mij Ans aan. Zij bleek goud te zijn.”

Een oproep voor Super 8-films leverde bovendien prachtig historisch materiaal op van het leven aan boord en aan wal. Die beelden illustreren in Zeemanvrouwen de verhalen van de drie hoofdpersonen. „De film is heel intuïtief en associatief gemaakt”, zegt Prinsen. „Eigenlijk ben ik zelf verrast door het resultaat.”

Het is een lange en lastige weg geweest. „Deze film heeft me echt zeven jaar beziggehouden. Voor mijn gevoel keken mijn vader en moeder van bovenaf mee. Ik heb ze ook vaak aangeroepen: hoe moet ik nu verder? Maar ik heb geleerd dat je nooit moet opgeven, zeker niet als het onderwerp in je hoofd blijft rondspoken. Ik had niet kunnen bedenken dat het zo zou worden. Daar ben ik heel blij mee. In gedachten heb ik mijn vader en moeder dan ook bedankt. Het verhaal is eindelijk gedocumenteerd. Dat is toch een beetje voor de eeuwigheid.”