Van verlies kun je niet betalen: verplichte kost voor millennials
Nog niet zo lang geleden schreef ik voor HP/De Tijd een artikel over werkende millennials. Over de ambities en ervaringen van werkgevers met deze na 1980 geboren jongeren. Een paar dingen zijn me daarvan bijgebleven. Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling is voor deze generatie cruciaal, evenals plezier in het werk, flexibiliteit en een goede balans werk-privé.
Dit stuk: ik moest er direct aan denken toen ik dinsdagavond op NPO2 de 2Doc documentaire Van verlies kun je niet betalen zag. Een volgens de KRO-NRCV, de omroep die de documentaire uitzond, ‘ontroerend en humoristisch portret’ van Adrie Trimpe, de oudste groenteboer van Nederland, en zijn vrouw Francien die hun zaak in het centrum van Vlissingen met hart en ziel een zaak bestierden en niet van ophouden wilden weten.
Aandoenlijk
Aandoenlijk is dit portret zeker, maar humor is – zeker bij Adrie – soms ver te zoeken. Werk is voor Adrie (84) alles, Francien (83) is zijn steun en toeverlaat.
Gemiddeld zo’n veertien tot zestien uur per dag zien we het koppel in touw – Adrie, een kleine man met rode konen en een stralende glimlach die met zijn kromme rug en trekkend been in het holst van de nacht naar de winkel rijdt en daar de bestellingen klaarmaakt; bestellingen van particulieren en de plaatselijke horeca die hij de dag daarvoor zelf aan de telefoon heeft opgenomen– “Acht kk’s (komkommers), drie ‘pieters’ (bosjes peterselie).” – en, in zware kisten, met veel pijn en moeite persoonlijk aflevert. Die daarbij met zijn rode bestelbusje pardoes de linkerrijbaan oprijdt en bijna een andere auto schept. En die op zondag (“Das eene gewone werkdag hè.) de hele dag de administratie doet. In een appartement aan de boulevard met prachtig uitzicht op de Westerschelde – dat dan weer wel.
“De zondag is eene gewone werkdag hè “
En Francien – eveneens klein van stuk, eveneens zo krom als een hoepel en eveneens gezegend met het gezicht waar de tevredenheid vanaf druipt – die in de bijkeuken achter de winkel de aardappels schilt voor het middagmaal (“Macaroni en spaghetti dat eten wij nooit.”). Een maaltijd die regelmatig wordt verstoord omdat de winkelbel rinkelt.
Ruim 60 jaar runnen ze de winkel inmiddels. Een winkel met een toonbank van houten schrootjes, groente en fruit in plastic bakken en her en der wat verdwaalde levensmiddelen waarin de tijd heeft stilgestaan.
Anachronisme
Dat geldt niet alleen voor de winkel. Het leven van Adrie en Francien, hun arbeidsethos en toewijding: de documentaire is in alles een anachronisme. Precies één keer zijn ze met vakantie geweest; ergens voor hun trouwen in 1957.
Adrie, een beetje een kruising tussen Joop de Uyl en Norbert Schmeltzer, zal het een zorg zijn. Zijn werk is zijn leven; daar moet alles voor wijken. Wanneer zijn jongere zus, die het duo dagelijks een paar uur komt helpen, aankondigt dat ze er een paar maanden niet zal zijn omdat ze met haar man naar Frankrijk gaat: “Getikt, gewoon getikt. Als je je broer zo laat zitten!”
Wie de twee oudjes zich zo ziet afbeulen krijgt de neiging te roepen: hou daar mee op, ga genieten! Maar stoppen is wel het laatste waar Adrie aan denkt. Francien: “Ik laat hem lekker keutelen. Ik heb wel eens tegen hem gezegd, gaat toch lekker verderop aan de boulevard op die bankjes met al die andere mannen zitten. Dan zegt ie: ‘Je denkt toch niet dat ik gek ben?!’”
Adrie ís zijn werk. Dat wordt nog eens onderstreept wanneer we hem tegen het eind van de documentaire, na een tijdje met hartklachten in het ziekenhuis te hebben gelegen, met Francien een kopje koffie zien drinken op een terras en de vrouw die hen bedient vraagt hoe het gaat. Adrie, met tranen in de ogen: “Mijn wens is sterven, dat mag je best weten.”
De passie waarmee Adrie zijn werk doet, is jaloersmakend. Hoezo: meer flexibiliteit? Hoezo: meer ruimte voor persoonlijke ontplooiing of een betere balans werk-privé?
Van verlies kun je niet betalen is een juweeltje. Af en toe een tikkeltje over the top, zoals het beginshot van vallende herfstbladeren en de verrimpelde appels en uitgedroogde sinaasappels in de uitgestorven groentewinkel aan het slot, maar de passie waarmee Adrie zijn werk doet is jaloersmakend. Hoezo: meer flexibiliteit? Hoezo: meer ruimte voor persoonlijke ontplooiing of een betere balans werk-privé?
Voltaire zei het al: arbeid bevrijdt ons van drie grote rampen: verveling, ondeugd en armoede. Groenteboer-in-ruste Adrie Trimpe levert het bewijs.
Kijken, millennials!
Jan Smit