Ik ben Vlissingen deel 2 verscheen op 4 september 2024. Wederom 200 Vlissingse portretten.
Vanaf 1990 ben ik werkzaam geweest als verslaggever en presentator op radio en tv bij Omroep Zeeland waar ik bijna vijfentwintig jaar heb gewerkt. Daarnaast ben ik freelance journalist en maak ik jaarlijks de filmbeschrijvingen van Film by the Sea. Ook schrijf ik wekelijks een portretje van een Vlissinger.
Ik ben Vlissingen deel 2 verscheen op 4 september 2024. Wederom 200 Vlissingse portretten.
In mei 2020 verscheen het boekje Ik ben Vlissingen met een selectie van 200 Vlissingse portretten die Ruben Oreel (foto’s) en ik (tekst) in de vijf jaar daarvoor hebben gemaakt. Halverwege 2024 zal deel 2 verschijnen.
Boekje ‘Ik BEN VLISSINGEN’ van HELGE PRINSEN bundelt een ‘kakofonie’ aan karakters
Door: Claudia Sondervan.
VLISSINGEN – Tweehonderd gezichten uit de bevolking van Vlissingen kijken je aan in het nieuwe boekje dat Helge Prinsen en haar partner, fotograaf Ruben Oreel, begin mei uitbrengen. De wekelijkse column ‘Ik ben Vlissingen’ is in boekvorm gevat.
Helge Prinsen maakt de column nu voor het zesde jaar voor weekkrant de Vlissingse Bode en voor de Facebookgroep Hart van Vlissingen. De rubriek is al jaren heel populair. Prinsen laat Vlissingers in zeven korte tekstfragmenten van 140 tekens elk vertellen over zichzelf en hun stad. Ruben Oreel fotografeert daarbij.
Een lastig karwei
Ze maakt bij voorbaat excuses aan de honderd Vlissingers die ze de afgelopen jaren wel geportretteerd heeft maar die zich niet in het boekje zullen terugzien. ,,Het werd gewoon te veel. We wilden een toegankelijk boekje, in omvang en in prijs. Het is ook de maat van een half A4-tje.” Het uitkiezen was dan ook een lastig karwei. ,,De foto’s zijn leidend geweest. Het eerste jaar fotografeerde ik zelf. Daar zaten veel slechte foto’s bij, gewoon met mijn mobiel, plaatjes met veel te weinig pixels. Daarna is Ruben gaan fotograferen. Het beeld moet ook wat afwisselen. Soms hadden we gewoon te veel grijze mannen in zwarte jassen.”
Kakofonie aan karakters
De portretten kwamen tot stand tussen september 2014 en april 2020. Eindredacteur Eugene de Kok van de Bode noemt de verzameling portretten in zijn voorwoord een ‘kakofonie aan karakters’. Het zijn inderdaad allemaal zeer uiteenlopende types. In een kakofonie komen dingen bij elkaar die niet bij elkaar passen, maar juist die verscheidenheid valt in Vlissingen samen. In vrijwel alle mini-interviews komt de liefde voor die weerbarstigheid en vrijheid van Vlissingen naar voren: inderdaad hart voor Vlissingen. De bundel geeft een mooi tijdsbeeld van de stad en de levens die zich er afspelen.
COLUMN WILLEM VAN DAM Laat ik het maar ronduit zeggen: voor geen goud zou ik in Vlissingen willen wonen. Maar toen ik Ik ben Vlissingen doorbladerde, overwoog ik bijna (ik zeg met nadruk: bijna) om naar Vlissingen te verhuizen. Want wat telt dat stadje veel leuke mensen!
Slechts zeven korte alinea’s tellen de portretjes die Helge Prinsen (tekst) en Ruben Oreel (fotografie) de afgelopen jaren van hun stadgenoten maakten voor de Vlissingse Bode en de Facebookpagina van Hart van Vlissingen. Tweehonderd daarvan zijn gebundeld in het vorige week verschenen Ik ben Vlissingen.
In het boekje komen we de weduwe Ter Meulen tegen, die in de Walstraat een sigarenwinkel had, en die zich tijdens een braderie verkleedde als Miss Blanche. ‘Met een bolhoed en een rood jekkie. Net zoals op het pakje’. In Ik ben Vlissingen ontmoet ik meer oude bekenden: PZC-verslaggeefster Wendy Wagenmakers (‘De Scheldestraat vind ik geweldig. De hele wereld in één straat’), PZC-fotograaf Lex de Meester (‘Elke dag naar mijn zin, ook al straalt dat er misschien niet altijd vanaf’) en oud-burgemeester Jaap van der Doef (‘Het gaat hier om de gewone dingen. Niet om de glamour’).
Maar we treffen ook: ‘begeerde vrijgezel’ Jan Beckers, man van twaalf ambachten (handelaar in violen, scharenslijper, marktkoopman, huisschilder, tomatenplukker, rozenknipper, antiekhandelaar, croupier, journalist) en dertien ongelukken, motorcrosser Nancy van der Ven die op een woonwagenkamp woont en wereldkampioen wil worden. We maken kennis met de kroegbaas, de dakloze, de visboer, de schoonmaakster én buurthond Max, die door de bewoners van het Kogelpark werd geadopteerd toen zijn baasje was overleden.
Het zijn stuk voor stuk alleraardigste schetsen. Twee portretjes van kleurrijke Vlissingers mis ik echter in Ik ben Vlissingen: die van Helge Prinsen en Ruben Oreel.
Door: Claudia Sondervan.
Hoe bekend ik was van Omroep Zeeland, dat háált het niet bij nu
Omroepcollega Stefan Daane begon in 2014 op Facebook in de community Hart van Vlissingen de groep Ik ben Vlissingen. Hij vroeg Vlissingers een week te berichten over hun stad. Hij vroeg Helge ook, en die bleef dat doen: elke week een korte schets van een min of meer bekende stadsgenoot in zeven alinea’s die ook als tweets verschenen op Twitter. Dat accepteerde in die tijd nog maar 140 tekens per boodschap. Na een tijdje nam redacteur Eugène de Kok de serie op als rubriek in weekblad De Bode.
De mini-interviews sloegen aan. ,,Ik krijg zoveel reacties. Hoe bekend ik was van Omroep Zeeland, dat háált het niet bij nu”, zegt Prinsen. ,,Ik word wekelijks aangesproken op Ik ben Vlissingen. Korte stukjes doen het goed.”
Puzzelen
,,Het moeilijke is om de alinea’s ongeveer even lang te maken. Het is elke week puzzelen. Het dwingt je om de precieze kern, met de karakteristiek van die persoon en het taalgebruik te pakken. Het is toch een ambacht. In het begin sprak ik mensen op straat aan. Maar op een gegeven moment heb je die wel gehad. Van de honderd voorbijgangers is er misschien één geschikt. Ze moeten wel enige bekendheid hebben in de stad. Ik weet dat ik beperkt ben, ik woon in het centrum. In Paauwenburg kom ik niet. Ik probeer af te wisselen, jong, oud, man, vrouw, oud-middenstanders, dokters, huidige middenstanders, horecamensen.”
Gek
,,Ik ben elke week blij als ik iemand gevonden heb. Soms ga ik een stukje fietsen in de hoop dat ik iemand tegenkom. Ik merk dat ik niet zoveel jongeren heb. Dat heeft met mijn leeftijd te maken. Mijn kinderen zijn ook half de dertig.
Vroeger gingen de gesprekjes over de stad maar de opmerkingen over Vlissingen zijn allemaal wel gepasseerd. Het gaat nu meer over de mensen zelf. Van de gesprekjes van vijftien minuten tik ik acht, negen zinnen in mijn telefoon. Anders word ik gek.”
Documentaire
,,Elke week overweeg ik ermee te stoppen. Vooral op zondagavond met de deadline op maandagmorgen 9.00 uur. Het is wel moeilijk om ermee te stoppen. Het zal mensen verdrieten. Overdragen aan een ander? Néé, dat wil ik niet! Maar straks, als ik aan mijn nieuwe documentaire over zeemansvrouwen werk… Ik zoek nog bewegend beeld uit de periode 1950-1970. Misschien moet ik een boekje uitgeven. Zo’n bladerboekje. Wel eentje met een gat er in voor de spijker van de wc-deur.”
Medewerker Film by the Sea: adviseur programmering en maker filmbeschrijvingen.
Verslaggeving van de Vlissingse kermis voor de gemeente Vlissingen en de kermisexploitanten.
Oud-wielrenner Jan Raas -die al jaren de publiciteit mijdt- op de Vlissingse kermis. “Kermis is niet echt m’n ding, maar we hebben nu een kleindochter hè.”
Interview met Rudie Kagie bij de presentatie van zijn boek ‘Hopman’ in boekhandel Het Spui in Vlissingen.
Verslaggeving van de Vlissingse kermis voor de gemeente Vlissingen en de kermisexploitanten.
Familie Franck uit Kinshasa, Congo. Vader Franck is eigenaar van een vrachtschip dat elke 45 dagen in Vlissingen bevroren vlees inlaadt voor Congo. Ze kwamen naar Vlissingen om mosselen te eten en toen bleek dat het kermis was. Dat kennen ze niet in Kinshasa. Alle kinderen trokken een prijs bij het touwtje trekken. “They win too much”, zegt moeder Franck.
Lees álle kermisportretten op Kermis Vlissingen 2016
Workshop interview- en presentatietechnieken op de International School of London Qatar in Doha, samen met Adriaan van Dis.
Mede-samensteller en research van ‘Ruben Oreel. 35 jaar persfotografie op Walcheren’.
2012
HET DNA VAN ZEELAND